In de raadsvergadering van donderdag 8 juni 2023 kwam het raadsvoorstel Huisvestingsverordening regio Utrecht 2023 Gemeente IJsselstein aan de orde.
Waarom een nieuwe huisvestingsverordening?
Per 1 juli 2023 vervalt de huidige huisvestingsverordening van rechtswege. Het woonruimtetekort is in IJsselstein in alle segmenten dusdanig hoog, dat sturing middels een huisvestingsverordening noodzakelijk is. Bij voortdurende schaarste mag de raad een nieuwe huisvestingverordening vaststellen. Het college heeft gekozen voor een relatief beleidsarme aanpassing met een nieuwe structuur die transparanter en leesbaarder is. Met de voorgestelde vernieuwde Huisvestingsverordening wil het college de basis op orde brengen en ruimte scheppen om in de nabije toekomst – 2024 en volgende – nieuwe elementen toe te kunnen voegen, waaronder opkoopbescherming.
Beleidsarm maar ook laks …
Bestuurlijk is het misschien verstandig om te wachten op de aanpassingen van de Huisvestingswet later dit jaar en te wachten op de majeure beleidswijzigingen aangekondigd voor 2024 en later. Kortom, als we lang genoeg wachten dan hoeven we de verordening misschien maar één keer aan te passen, logisch toch? Maar vanuit het perspectief van de woningzoekende komt deze bestuurlijk verstandige houding al gauw als lui over. Het college laat kansen liggen die het verschil kunnen maken voor woningzoekenden.
De PvdA vindt het ronduit teleurstellend:
- dat het college geen maatregelen wil nemen die de woningtoewijzing in IJsselstein in schaarse tijden in goede banen kunnen sturen?
- dat het college geen maatregelen wil nemen die beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen in IJsselstein beschermen en bevorderen?
In plaats van te besluiten nu nog niets te doen had het college per direct voor IJsselstein zinvolle bepalingen kunnen opnemen in de huisvestingsverordening.
We hebben er een paar benoemd in het debat zoals:
- leegstandbepalingen (waarbij de gemeente voor vastgoed dat meer dan twee jaar leeg staat, een nieuwe bestemming kan bepalen);
- een zelfbewoningsplicht en opkoopbescherming (die beide beogen te beschermen tegen opkopen van vastgoed door beleggers).
Wij begrijpen niet dat het college van IJsselstein de kans heeft laten liggen om voor IJsselstein relevante en zinvolle bepalingen in de voorgenomen wijziging van de huisvestingsverordening op te nemen. Dat het wel kan kunnen we zien bij buurgemeenten in de regio als Lopik, Nieuwegein, Utrecht en Utrechtse Heuvelrug. We hebben er in het debat op aangedrongen bij het college niet te wachten op de nieuwe huisvestingswet of latere beleidswijzigingen, omdat we direct wat kunnen doen voor de bescherming van woningzoekenden in IJsselstein. Voor de bescherming van de beschikbare en betaalbare woningvoorraad in IJsselstein.
Oppositie vs. Coalitie
Met GroenLinks en Christenunie hebben we als PvdA gevraagd om een toezegging van wethouder Edwin Tas in elk geval de opkoopbescherming op te nemen in de eerstvolgende wijziging van de huisvestingsverordening, maar die toezegging wilde de wethouder niet doen. Daarop hebben we het verzoek als motie ingediend. De fractie van het CDA maakte het bont door de oppositie te verwijten deze motie voor de bühne in te dienen en vond deze totaal onnodig. Een raar verwijt vanuit de coalitie omdat CDA met VVD en LDIJ zelf een amendement indiende op het raadsvoorstel voor voorrang bij woningtoewijzing van vrijwillige brandweerlieden dat nergens toe zal leiden omdat de beleidsregels woningtoewijzing hiervoor niet worden aangepast. Vanuit D66 kwam de terechte constatering dat de meerderheid een amendement ging aannemen dat in de praktijk nergens toe zou leiden, een lege huls dus en schoolvoorbeeld van een amendement voor de bühne: kijk ons eens opkomen voor de vrijwillige brandweer terwijl die er in de praktijk niets aan zullen hebben.
In het debat over het amendement van CDA, VVD en LDIJ bleek de motivatie van de VVD voor het amendement te berusten op een gesprek tijdens het recente werkbezoek aan de brandweer. De signalen waar de VVD gloedvol over betoogde waren niet bij oppositiepartijen als D66 en PvdA in gesprekken met de brandweer naar voren gekomen. Het verloop bij de vrijwillige brandweer heeft niet zo zeer te maken met huisvesting als wel met de recente wijziging in hun rechtspositie.
Onze motie opkoopbescherming heeft het niet gehaald
Tenslotte hebben we als PvdA een punt van orde ingebracht om eerst over onze motie te stemmen en pas daarna over het raadsvoorstel. De Griffie moest het even nakijken maar dit is toegestaan. Meerderheid van de raad stemde echter tegen het ordevoorstel en nu zelfs onze bescheiden motie om bij eerstvolgende wijziging de opkoopbescherming op te nemen in de huisvestingsverordening het niet haalde, restte ons niets anders dan tegen te stemmen. Tegen het amendement dat voorrang voor de vrijwillige brandweer vroeg, aangezien we het niet passend vinden in een beleidsarme aanpassing voor één doelgroep een uitzondering te maken, dan zou dit voor alle urgente doelgroepen moeten gelden. En tegen het raadsvoorstel omdat verzuimd is de kansen te pakken waar dat kan. Het raadsvoorstel is niet alleen beleidsarm, maar vooral ook laks in onze ogen en bewijst de woningzoekenden geen dienst.